Het Verzameld werk van Louis Paul Boon is geen poging om de door en door ironische volksschrijver bij te zetten in het Pantheon der Groten, waar iemands nagedachtenis niet verder reikt dan zijn legende. Het is integendeel gemodelleerd naar de heerlijk prikkelende en kronkelige geest van Boontje. In dit deel van het Verzameld werk is minder bekend humoristisch proza uit de onmiddellijk naoorlogse periode samengebracht met de volgens sommigen volstrekt zwartgallige novelle Menuet (1955), een klinkende titel in Boons oeuvre.
In 'Maagpijn', 'Uitleen-bibliotheek' en 'Te oud voor kamperen? bestrijdt Boontje een hele reeks alledaagse ongemakken met behulp van een flinke dosis bittere humor. De drie autobiografische verhalen worden gepresenteerd zoals ze destijds in de tijdschriften verschenen (met de oorspronkelijke tekeningen), wat hun levendigheid nog vergroot. In het meer symbolische Menuet heeft de schrijver autobiografische feiten en fictie met elkaar vermengd. Zo probeert hij de lezer ervan te overtuigen dat samen met zijn huwelijk ook de rest van de wereld halverwege de jaren vijftig in een impasse is geraakt. Wederopbouwers vonden dat toentertijd erg pessimistisch, Boontje zelf had het over het leven gelijk het leven is.