Dit deel van Boons Verzameld werk bundelt drie boeiende romans over 'de moderne bandeloze jeugd': over de hele en halve nozems uit de jaren vijftig (De liefde van Annie Mols), over de met ongekende luxe geconfronteerde sceptische generatie uit de vroege jaren zestig (Het nieuwe onkruid) en over de zich aan seks & drugs & rock 'n roll overleverende contestanten van na '68 (Als het onkruid bloeit).
Elk op hún manier refererend aan hún tijd, handelen deze drie boeken over het zogeheten jeugdprobleem. De liefde van Annie Mols, een semi-pulproman, kan worden gezien als een voorafspiegeling van Het nieuwe onkruid, een pseudo-bekentenisroman, die op zijn beurt gerecycleerd wordt in Als het onkruid bloeit.
Naarmate zijn bezorgdheid over de op drift geraakte jongeren toenam, zette Boon in zijn officieuze trilogie de uitwassen van de naoorlogse jeugdcultuur steeds zwaarder aan. Maar niemand was volgens de schrijver onschuldig in deze ondergaande wereld; in het 'criminele' gedrag van de jongeren weerspiegelde zich het amoralisme van hun ouders.
Alles wel aan boord? aan boord van het zinkende schip?