Louis Paul Boon voelde lange tijd niets voor het genre van de historische roman. In 1946 wees hij het idee van een boek over de negentiende-eeuwse priester Adolf Daens en diens broer Pieter nog af als irrelevant, omdat literatuur voor hem een directere confrontatie met de eigentijdse werkelijkheid diende te zijn. Later moest Boon echter erkennen dat je via de omweg van het verleden soms veel scherper kunt schrijven over de wereld van vandaag. Zo kon het gebeuren dat hij zich in de jaren zestig toch ging verdiepen in de geschiedenis van de het daensisme en de sociale strijd in zijn geboortestad Aalst en de roman Pieter Daens schreef. De lof voor dit meeslepende boek was nagenoeg unaniem, al werd er door een enkele historicus wel gemord over Boons losse omgang met de feiten. Maar Pieter Daens is dan ook het werk van een fictieschrijver voor wie het heden vaak net zo belangrijk is als het verleden. Boons meest bekroonde en inmiddels tot film en musical bewerkte historische roman is een nog altijd relevante kroniek over een mislukte poging tot progressieve frontvorming.
* ‘In this book, Boon’s social consciousness, his anger at inequalities of society, and his sympathy for the underdog have combined in a most felicitous way his great gifts as a storyteller to produce the most impressive example of the non-fiction genre to date.’ – Times Literary Supplement over Pieter Daens
* ‘Hoewel het boek uitpuilt van anekdotes en details ziet de lezer uit de kluwen van feiten en feitjes toch de grote lijnen tevoorschijn komen die de schrijver stempelen tot een historicus met greep, en, uiteraard, met een verrukkelijke beeldende pen.’ – Juryverslag Multatuliprijs 1972