In het najaar van 1971 had Boon een roman klaar die hij eigenlijk niet durfde te publiceren. Hij zou er eerst ‘iets fatsoenlijks’ van maken, zo meldde hij zijn uitgever. Die ook weer niet té fatsoenlijke bewerking heette Mieke Maaike’s obscene jeugd en viel zeer in de smaak van de lezer. Tegen de achtergrond van de seksuele revolutie werd Mieke Maaike massaal genoten als een alleraardigst stout boekje. Dat die seksuele revolutie volgens Boon misschien wat te ver doorgeschoten was, kwam helemaal niet ter sprake. De kritische bedoelingen van de schrijver waren dan ook veel duidelijker in de roman die hij in 1971 niet in druk had willen geven: de brutale pornografische satire Eens op een mooie avond.
Het postuum gepubliceerde Eens op een mooie avond en Mieke Maaike’s obscene jeugd worden hier samen gepresenteerd met de Fenomenale feminateek, Boons legendarische archief van de vrouw als erotisch ‘object’. Naast een ruime selectie uit de meer dan tweeëntwintigduizend door de schrijver geïnventariseerde foto’s en documenten, waarvan er heel wat in kleur worden gereproduceerd, bundelt dit deel van het Verzameld werk voor het eerst ook alle ‘wetenschappelijke studies’ van de fenomenale feminatekaris. En alsof al die saillante geleerdheid niet zou volstaan, wordt ook nog de roman Zomerdagdroom afgedrukt, een in volstrekte mistroostigheid uiteenspattende, en daarom des te langer beklijvende erotische fantasie.
Het erotische/pornografische werk kortom toont ons op weergaloze wijze de moderne mens die, op zoek naar het ultieme genot, alle mogelijkheden en onmogelijkheden uitput. Niet voor droogkloten of zure pruimen dus!
* 'De bedoeling van de auteur was in Mieke Maaike niet de lezer te prikkelen (als dat toch gebeurde dan lag dat in hoofdzaak aan de lezer zelf) maar wel om een parodie te leveren op pornografie. Mieke Maaike zélf steekt met alles de draad, de auteur ook.' – Boon over Mieke Maaike’s obscene jeugd.
* 'En u, Louis, aan wiens knekels op dit moment de mollen en de wormen zuigen, u heb ik maar één ding te zeggen. Verzamel het slijk dat ooit uw lippen vormde en kneed het tot een satirieke grijns. Ze zijn er nog altijd – de femelaars, de veinzers, de heiligen van de schone schijn. En ge jaagt ze nog altijd op stang. Ze weten nog altijd geen blijf met u.' – Tom Lanoye over Eens op een mooie avond.